Zoals bekend, wordt ook in de zorg druk gezocht naar manieren om sneller, efficiënter en goedkoper te kunnen werken. Reden daarvoor is dat de wereldbevolking snel groeit en bovendien steeds ouder wordt, zodat de kosten voor zorgverlening stijgen. Tegelijkertijd staat tegenover die kosten een afgenomen bereidheid van overheden om de budgetten te handhaven. Tijd voor een blik op ‘eHealth’ of ‘Healthtech’.
De markt voor medische zorg is huge: volgens cijfers van de Wereldbank wordt alleen al in Nederland ongeveer 11% van het BNP besteed aan zorg. Volgens een artikel in De Correspondent ging het in 2013 om een bedrag van ruwweg 92 miljard euro.
In een rapport van DeLoitte wordt opgemerkt dat de kosten niet uitsluitend worden veroorzaakt door problemen, maar juist ook door oplossingen: “increasing costs can also signal positive developments such as amazing new medical treatments and innovative technologies that may one day cure diseases that were formerly incurable.” Over wat voor ‘innovative technologies’ hebben we ’t dan, en – ook belangrijk – wat voor juridische consequenties vallen daarvan te verwachten?
Ik was onlangs bij een bijeenkomst (‘Amsterdam talks tech‘) waar vertegenwoordigers van een aantal bedrijven hun zegje kwamen doen, waaronder het Amerikaanse IBM en het Nederlandse TinyBots. De oplossing van TinyBots leek op het eerste gezicht eenvoudig: een statisch robotje dat met demente bejaarden praat en eenvoudige dingen doet, zoals een muziekje opzetten (zie het promofilmpje hier). Het apparaat is vormgegeven als Humpty Dumpty met een grijze hoed.
Maar dan IBM! Sinds enige jaren werkt IBM aan een kunstmatig intelligentie-systeem genaamd ‘Watson’, met specifieke toepassingen voor de gezondheidsindustrie. Wat Watson doet – kort samengevat – is alle medische informatie ter wereld verzamelen en interpreteren, en desgevraagd een voorstel doen voor de behandeling van een bepaalde aandoening. Eén van de dingen die Watson nu al kan, en wat geen enkele arts ter wereld hem nadoet, is alle (Engelstalige) research lezen die gepubliceerd wordt (“Watson can read 40 million documents in 15 seconds”).
Een vraag die meteen opkwam, was uiteraard hoe dit soort medische oplossingen kunnen worden beschermd tegen concurrenten. Wat IBM betreft, lijkt de bescherming alleen al voort te komen uit de reusachtige investering die er nodig is. Behalve een intelligente computer (die beschermd wordt door het octrooirecht, al dan niet in samenhang met het auteursrecht), is Watson namelijk ook een reusachtige databank. Het opbouwen van zo’n databank is dermate kostbaar dat het weinig bedrijven gegeven zal zijn om een eigen versie te bouwen. IBM’s databank wordt uiteraard tegen plunderaars beschermd middels het databankenrecht. (Zie ook deze blog voor een inleiding in dat recht.)
Voor de TinyBots-zorgrobot is het minder duidelijk hoe het kan worden beschermd; het idee lijkt vrij gemakkelijk over te nemen, maar wellicht dat er allerlei zeer specifieke (gepatenteerde) uitvindingen voor nodig zijn om een dergelijke robot te laten werken.
Aan de andere kant liggen de gevaren voor de producenten van dit soort ‘eHealth’-oplossingen schijnbaar op de loer. Vooral Watson lijkt in dat opzicht dankbaar (nog afgezien van het feit dat er een kapitaalkrachtige producent achter zit, waar dus wat te halen valt). Te denken valt aan aansprakelijkheid: stel dat Watson een verkeerde diagnose stelt, wie is daar dan voor verantwoordelijk? Stel dat er op een cruciaal moment een computerstoring plaats vindt? En wat zijn de privacy-aspecten van een databank vol patiëntengegevens, wie is er verantwoordelijk voor een schending; wie is er verantwoordelijk wanneer het systeem wordt gehackt?
Het is zonder meer duidelijk dat bij dit soort high tech oplossingen aansprakelijkheidskwesties van begin af aan al in het design moeten zitten. Zeker met de reusachtige bedragen die er in de zorg omgaan, ligt het voor de hand om niet nonchalant om te gaan met enerzijds de bescherming tegen imitatie en anderzijds de bescherming tegen aansprakelijkheid.
(Vragen, opmerkingen? WWW.KRACHT.LEGAL)