Weinig lezers van deze blog zullen weten dat reclamemakers vinden dat kijkers moeten betalen voor het zien van advertenties op t.v. De verenigde commercial-producenten (‘Tick’ ) hebben hiervoor ooit een vergoeding weten af te dwingen bij de auteursrechtorganisatie ‘Vevam’. Maar no more! Uit een vonnis van de Rechtbank Amsterdam d.d. 30 december 2015 blijkt dat een daartoe strekkende overeenkomst is beëindigd.
De reclamemakers stelden vanaf 2002 dat commercials in wezen korte filmpjes zijn en dùs auteursrechtelijk beschermde werken (rechtsoverweging 3.1 van het vonnis). De filmpjes worden uitgezonden door de STER, en de STER wordt doorgegeven via de kabel, en dus wilde men van de kabelexploitanten een vergoeding. De kabelexploitanten hadden destijds een contract met diverse collectief beheerorganisaties (waaronder muzikantenorganisatie Buma/Stemra, Sekam voor de Nederlandse producenten en het Zwitserse Agicoa voor de buitenlandse – lees: Amerikaanse – producenten), waarin een dergelijke vergoeding geregeld werd (het ‘Kabelcontract’). Fluks richtten de reclamemakers een eigen cbo’tje op (de stichting ‘Tick’) en kwamen ook eens wat claimen.
Merkwaardig genoeg bleek Vevam bereid om vanaf 2002 jaarlijks bijna twee ton te betalen aan Tick (r.o. 3.6). Er werd een overeenkomst getroffen, waarin werd vastgelegd wat Vevam ging betalen, in ruil waarvoor Tick aan Vevam een vrijwaring verleende tegen de aanspraken van reclamemakers (wat in wezen neerkwam op een vrijwaring tegen haar eigen claims, maar dat terzijde).
Op de IE-jurisprudentie website IE-Forum.nl staat een uitspraak van de rechtbank Amsterdam uit 2008. Daarin valt te lezen hoe Vevam zich 8 jaar geleden (!) al eens probeerde te ontdoen van deze afspraak met de reclamemakers. Helaas kwamen de destijds door Vevam aangevoerde argumenten er in de kern op neer dat het bestuur van Vevam de afspraken met Tick niet had moeten maken. Dat was niet erg sterk en het werd dan ook niets.
Onverwacht effect van die mislukte rechtszaak was, dat er in ‘de media’ ophef ontstond. Door De Telegraaf (in die gezellig dikke letters en op de voorpagina) werd er schande gesproken over het feit dat de reclamemakers geld ontvingen van de kabelexploitanten, want de kabelexploitanten betaalden dat uiteraard van de geïnde abonnementsgelden, zodat in wezen het onschuldige kijkerspubliek moest betalen om naar die commercials te moeten kijken (het Telegraaf-artikel is inmiddels lastig te vinden, maar zie deze blog, of zie dit bericht uit 2009 op de website van Voice).
De Telegraaf bleek onverwachts invloedrijk, want het artikel leidde zelfs tot kamervragen. En naar aanleiding van die kamervragen, trad de toenmalige minister in overleg met de partijen en vooral met de STER. Gevolg was dat de STER-reglementen werden aangepast, en dat commercials per 1 januari 2010 rechtenvrij moesten worden aangeleverd (r.o. 3.8 en 3.9).
Tick stelde zich op het standpunt dat zij met de aanpassing van de STER-reglementen niets te schaften had. Vevam moest volgens Tick gewoon blijven betalen. Er werd in de Vevam/Tick-overeenkomst immers met geen woord gerept over een betaling onder de voorwaarde dat er wat te claimen viel, c.q. dat er door Tick nog iets te vrijwaren viel! En de overeenkomst kon ook niet worden opgezegd (r.o. 4.2). De standpunten van Tick lijken losgezongen van iedere werkelijkheid, maar dat heeft niet voorkomen dat Tick onvervaard naar de rechter is gestapt toen Vevam weigerde nog langer te betalen.
In het huidige vonnis constateert de rechter allereerst dat volgens vaste jurisprudentie een overeenkomst kan worden opgezegd, zelfs wanneer die is aangegaan voor onbepaalde tijd en er geen specifieke wijze van opzegging is opgenomen (r.o. 5.1). In verband met de eisen van redelijkheid en billijkheid kan een overeenkomst worden opgezegd als de omstandigheden waar de overeenkomst betrekking op heeft drastisch zijn gewijzigd (r.o. 5.5). Het mijns inziens belangrijkste argument is dat de vrijwaring van Tick jegens Vevam inmiddels betrekking heeft op een niet-meer bestaande claim van reclamemakers (“De vrijwaring is betekenisloos geworden”, stelt de rechtbank in r.o. 5.6).
Uit het vonnis blijkt dat Vevam al in maart 2010 per brief een poging had gedaan om van de overeenkomst af te komen, maar door een verkeerde woordkeuze (‘ontbinden’ in plaats van ‘opzeggen’) heeft die brief geen effect gehad (r.o. 5.10). Een latere brief van de toenmalige advocaat van Vevam heeft er wèl toe geleid dat de overeenkomst per 31 december 2010 is beëindigd. Extra bitter voor Tick: ze moet het bedrag dat ze in 2011 nog heeft ontvangen aan Vevam terugbetalen.
In auteursrechtland blijft het echter nooit lang rustig, auteursrechtorganisaties procederen graag en veel. Oorzaak daarvan is het afgenomen draagvlak voor de claims van die organisaties. Zie bijvoorbeeld dit artikel met betrekking tot de rechtszaak tussen Vevam en NL Film, en zie deze reactie daarop; of lees deze blog van De Koning Vergouwen advocaten over een (verloren) rechtszaak tegen UPC en Ziggo. Een nieuwe rechtszaak staat alweer op stapel, zie ‘Kort geding PAM versus Rodap’.
(Voor samenvatting en het vonnis van Tick/Vevam zie IE-Forum of Boek9. Voor vragen of opmerkingen, neem contact op met erik.devos@kracht-advocatuur.com)